Taalvoorwaarde aan leefloon koppelen is onmenselijk
20 mei 2009
Sinds 12 juni 2007 hanteert het OCMW van Geraardsbergen een regel waarbij het leefloon van een steuntrekkende kan worden geweigerd wanneer deze na een periode van 12 maanden na datum van toekenning onvoldoende Nederlands kent. Na een schriftelijk vraag van een volksvertegenwoordiger gaf de minister van Maatschappelijke Integratie te kennen dat dit wettelijk niet toegelaten is.
Haar antwoord beargumenteert minister Arena met de regel dat het OCMW slechts in het kader van de individuele integratie een contract kan opstellen waarbij de doelstelling om Nederlands te leren wordt opgenomen. Dit contract kan op elk ogenblik gewijzigd worden en is dus geen algemene regel. Het leefloon kan dan ook niet zomaar gekoppeld worden aan een taalvoorwaarde.
De kennis van het Nederlands moet zeker worden aangemoedigd met het oog op tewerkstelling maar hiervan een voorwaarde maken voor het krijgen van een leefloon is een stap te ver. In casu betreft het een inspanningsverbintenis, die en legitiem doel nastreeft, namelijk de integratie op de arbeidsmarkt waardoor een beroep op het OCMW overbodig zou worden. De evenredigheid van deze maatregel hangt af van de toepassing ervan. Als iemand zich op andere manieren inspant om zijn kansen op de arbeidsmarkt te verhogen en toch zijn leefloon wordt geweigerd dan is er sprake van discriminatie. De enge band tussen het leefloon en het recht op een menswaardig leven maakt dat uitsluiting slechts uitzonderlijk verantwoord zal kunnen worden.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.