Nee, onderzoeksrechters zullen de criminelen in raceauto's niet met de fiets moeten achtervolgen

15 juni 2015

Het Grondwettelijk Hof vernietigde vorige donderdag de wet die het massaal verzamelen en opslaan van gegevens over internet- en telefoongebruik (zogenoemde metadata) van alle Belgische burgers verplicht. Volgens onderzoeksrechter Van Linthout krijgen moordenaars, terroristen, verkrachters en pedofielen nu vrij spel.

We tornen niet aan het recht op vrije meningsuiting van de onderzoeksrechter die naar believen zijn ontgoocheling mag uiten over de uitspraak van ons hoogste rechtscollege. Ook willen we aannemen dat in sommige strafdossiers de beschikbaarheid van telecomgegevens kan bijdragen aan het leveren van de bewijslast. Wij zijn niet van gisteren. Uiteraard beseffen we dat we in een informatietijdperk leven.

'Kan men in eer en geweten volhouden dat deze magistraten de leuze hanteren 'privacy voor alles'?'

De verklaring van onderzoeksrechter Van Linthout dat hij zich niet zal houden aan de uitspraak van het Hof doet daarentegen onze wenkbrauwen fronsen. Het Grondwettelijk Hof constateerde vrijdag dat de Belgische dataretentiewet flagrant in strijd is met elementaire privacybeginselen en volgt hierbij bijna naadloos een eerdere uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Nog een zestal andere Grondwettelijke Hoven van EU-landen, waaronder zwaargewicht Duitsland, vernietigden de voorbije jaren al gelijkaardige dataretentiewetten. Op 11 maart 2015 oordeelden Nederlandse rechters in Den Haag op hun beurt dat de Nederlandse wet Bewaarplicht Telecomgegevens niet voldeed. Kan men al deze uitspraken met één armzwaai naar de prullenmand verwijzen? Kan men in eer en geweten volhouden dat deze magistraten de leuze hanteren 'privacy voor alles'?

'Het Grondwettelijk Hof deed wat nodig is: de grondrechten van miljoenen onschuldige Belgische burgers beschermen'

Het tegendeel is waar. Uit ervaring weet elke rechtgeaarde jurist dat hoge magistraten doorgaans op kousenvoeten en met bijzondere behoedzaamheid oordelen, beducht als ze zijn dat zij zich niet in een wetgevingsproces mogen mengen. Dat roept meteen de vraag op waarom de Belgische staat het zo ver heeft laten komen. Waarom is men, na de uitspraak van het Duitse Grondwettelijk Hof in 2010, niet eerder tot het inzicht gekomen dat de Belgische dataretentiewet belangrijke aanpassingen nodig had? De Belgische wet bevat volgens het Grondwettelijk Hof onvoldoende waarborgen op het gebied van proportionaliteit. Het Hof benadrukt terecht dat de toegang tot internet- en belgegevens toegespitst moet worden op echt noodzakelijke gevallen van zware criminaliteit. De Belgische overheid had hiervoor echter geen belangstelling.

Nog één fundamentele opmerking. Nee, de onderzoeksrechters zullen voortaan de criminelen in raceauto's niet met de fiets moeten achtervolgen. In het recente verleden kregen politie en justitie in rap tempo allerlei nieuwe wapens en bevoegdheden: DNA-onderzoek, cameratoezicht, grootschalige gegevensbestanden, aftappen van telecommunicatie, biometrisch paspoort en een gamma bijzondere onderzoeksmethoden tot en met het hacken van computers.

Kortom, het Grondwettelijk Hof deed dus wat nodig is: de grondrechten van miljoenen onschuldige Belgische burgers beschermen.

Deel dit artikel

   

Bron:

DE MORGEN

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.