Dekolonisering en mensenrechten: thema-editie
20 oktober 2020
Geschreven door Jonas Vernimmen [*] voor het oktober 2020 nummer van het Tijdschrift voor Mensenrechten. [**]
Dit jaar werd de 60e verjaardag gevierd van het einde van Congo als Belgische kolonie; de verjaardagen van Burundi en Rwanda volgen in 2022. Het is voor velen een bittere herinnering aan de overheersing en uitbuiting, het geweld en gemoord; aan hoe racistische blindheid ons ertoe kan brengen grond, rijkdom en macht boven mensen te plaatsen. België ontwaakt bij het idee dat het aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond, en dat het uitblijven van herstel moreel moeilijk houdbaar is. Voor een generatie jonge activisten, met de diaspora als hart van de beweging, is dat idee niet nieuw. Voor velen onder hen is “postkoloniaal” onrecht een doorleefde realiteit, die hen raakt in wie ze zijn. Deze generatie is charismatisch en creatief, goed georganiseerd en globaal geconnecteerd. Ze verdedigen hun zaak – en die van de gemeenschappen in de voormalige kolonies – mondig en en plein public, wat tegenstanders steeds heter in hun nek doet hijgen.
Voortgestuwd door de golf van verontwaardiging die kwam overrollen uit de VS na de schokkende overlijdens van onder andere George Floyd en Breonna Taylor, klagen ze onder de banner van BlackLivesMatter luider dan ooit de koloniale relieken in ons land aan: Leopold moet tegen de grond. Al gelooft niemand dat daarmee het probleem is opgelost. De koloniale wortels die zich diep in de Belgische grond hebben vastgezet, moeten eruit. En zoals dat gaat met onkruid, moet vaak de hele grond worden omgewoeld, vooraleer er zekerheid is dat het nergens nog de kop opsteekt. Indien er al eensgezindheid was over wat dekolonisering kan of moet inhouden - en ook in dit tijdschrift blijkt dat dat niet zo is - zou dat een werk van lange adem zijn. Het vergt een radicale herdenking van zowat alle structuren die we kennen, inclusief de meest koppige structuur van allemaal: ons eigen denken. Het is een werk dat - zelfs in een ander, opener politiek klimaat - nog verschillende generaties zoet zal houden.
Sommigen zullen de roep om te dekoloniseren daarom naïef noemen, maar dat is ambitieus strijden voor principes in zekere zin altijd. De ambitie van dit themanummer van het Tijdschrift voor Mensenrechten is in ieder geval veel beperkter. Het zou een onderkenning zijn van de omvang en de impact van het kolonialisme, als we zouden voorhouden alle dimensies van het dekoloniseringsverhaal aan te kaarten, of met dit tijdschrift grote impact na te streven. Wat deze editie wel nastreeft, is relevante jonge stemmen te versterken die - elk binnen hun eigen expertise - de laatste ontwikkelingen, doelen en uitdagingen voor dekolonisering onder de loep nemen. Ze brengen ons op snelheid met een debat waarvoor mainstream Vlaanderen – inclusief de academische wereld – lang doof bleef. Nozizwe Dube maakt dat duidelijk, door te wijzen op de vele blinde vlekken die witte academische instellingen plagen. Laurens Lavrysen laat zijn licht schijnen over alvast één zo’n blinde vlek, wanneer hij de hypocriete relatie van (ex-)koloniale machten met mensenrechten voor ons uit de doeken doet, en belicht hoe het Globale Zuiden een cruciale - maar vaak vergeten - rol speelde in het realiseren van de belangrijkste mensenrechteninstrumenten. Ook Joachim Ben Yakoub duikt het verleden in, door aan te klagen hoe één historisch narratief onze publieke ruimte – en zo ook het publieke debat – domineert. Hoe het koloniaal archief daarnaast ook onze tradities kleurt, wisten we al, maar Marike Lefevre en Jorijn Neyrinck schetsen de rol die het recht (niet) kan spelen bij het dekoloniseren ervan. Een andere beperking van het recht wordt aangekaart door Kato Van der Speeten, die de haalbaarheid van herstelbetalingen via juridische weg reality checkt. Dat het juridisch verdict niet hoopvol is, doet alvast Nadia Nsayi niet wanhopen. Naast herstelbetalingen, stelt zij, kent herstel veel andere – minstens even essentiële – dimensies. Herstel begint bij het centraal stellen van slachtoffers, nabestaanden en hun wensen. Dat lijkt ook Heleen Debeuckelaere te vinden, maar (voorlopig?) niet waar te nemen. Haar inzichten maken duidelijk op hoeveel fronten er nog bergen werk klaarliggen. Kwalitatief onderwijs over kolonialisme, een interfederaal plan om racisme te bestrijden, de restitutie van gestolen erfgoed en het versterken van de banden tussen groepen die voor dekolonisering strijden, staan bovenaan de lijst. En migratie natuurlijk… of was het u nog niet opgevallen dat er weinig wit te zien is, onder wie verkommert in kampen, overgelaten wordt aan slavenhandelaars of niet op tijd wordt gespot door de kustwacht?
Die hopen werk zien wij dus ook. Als bezielers van de strijd voor mensenrechten, hebben we geen andere keuze dan onze schouders te zetten onder dekolonisering, door strenger te worden voor wat we doen en denken, schrijven en onderwijzen; voor hoe we onze instellingen organiseren en wie we daar invloed en macht geven. Ook het Tijdschrift voor Mensenrechten moet deel uitmaken van die transformatie. Het moet plaats maken voor nieuwe inzichten, wat mogelijk maar kan wanneer de redactie plaats maakt voor nieuwe gezichten. Alleen zo kunnen we er mee over waken dat dekolonisering geen lege doos wordt. Die veranderingen zullen nooit snel genoeg gaan en, zoals we merkten bij de totstandkoming van deze thema-editie, wat trekken en sleuren vereisen. Dat is onvermijdelijk, als dingen veranderen. Maar misschien als we - hier en elders - hard genoeg trekken en sleuren, valt Leopold uiteindelijk wel echt van zijn voetstuk.
[*] Jonas Vernimmen is doctoraatsonderzoeker mensenrechten aan de KU Leuven.
[**] Dit stuk verscheen als artikel in het Tijdschrift voor Mensenrechten in oktober 2020 (nr.3, p. 4). Vond je het interessant en wil je nog meer lezen? Abonneer je dan op het Tijdschrift voor Mensenrechten. Het Tijdschrift voor Mensenrechten is een uitgave van de Liga voor Mensenrechten en komt vier keer per jaar uit. De redactie is autonoom. Het themanummer is ook beschikbaar in onze shop.
Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.